In de voorlaatste
nieuwsbrief van de raad stond bovenstaande zinsnede. Het is een zin uit een kort gedichtje aan de griffier, Beatrijs Lubbers. De titel vraagt
verduidelijking. Ben ik nu echt zo somber of kijk ik terug als een oude
teleurgesteld raadslid, die deze raadsperiode te weinig zijn zin heeft gehad en
denkt dat alles van vroeger beter was?
In de begin
tijd van de dualisering heb ik de taak van ex-gemeenteraadslid Marieke Reijntjes, voorzitter zijnde van de
dualiseringscommissie, overgenomen. Met veel plezier heb ik samen met enkele
raadsleden gekeken op welke wijze we het beste politiek kunnen bedrijven. Na
2006 heeft elke nieuwe raad de regels rond dualisering bijgesteld. Ook voor
2014 – 2018 zal dat gebeuren. Van belang is dat we het democratisch proces
continue in de gaten houden. De plaats van een onafhankelijke griffie is
hierbij essentieel. Tevens is de plaats van de burgemeester als voorzitter van
de raad en het college maar niet van het presidium van belang.
Dualisering
in onze democratie vraagt ook veel van de raadsleden. Geen dichtgetimmerd
collegeprogramma, waarbij de college partijen alleen ja en amen kunnen zeggen
en de oppositiepartijen het nakijken hebben. In een democratie heeft de
meerderheid ook rekening te houden met de minderheid. Ik noem dat geven en
nemen.
Het is logisch dat nieuwe partijen met nieuwe
ideeën komen. Met fris elan moeten de stoffige kussens van de oude partijen
opgeschut worden. Helaas voor hen kan dat nooit zonder die oude partijen. Die
hebben in de loop der jaren een eigen mores ontwikkeld en vragen van nieuwe
partijen om zich aan te passen. Dat klinkt erg bevoogdend. De vraag is hoe kom
je tot elkaar. Dit vraagt vertrouwen en respect van alle partijen.
Het is mij
opgevallen dat nieuwe partijen vaak getuigenispartijen zijn. Liberale
getuigenispartijen wel te verstaan. Zij komen voor het eerst in de raad en
willen hun mening graag ventileren. Zij zijn ervan overtuigd de waarheid,
wijsheid, in pacht te hebben en vinden dat de gevestigde partijen zich daarin
moeten schikken. Opmerkelijk dat ik dat, als vertegenwoordiger van wat men
noemt een getuigenispartij de ChristenUnie, zeg. Nu herken ik mezelf daar niet
in. Democratie in Gouda is voor mij het proces, waarbij partijen met verschillende
overtuigingen samen het goede zoeken voor de stad. Dat kan ik dus niet alleen!
Kijken we naar de moties en amendementen van de nieuwe partijen dan blijken zij
zelden een meerderheid te hebben behaald. Een groot verschil met gevestigde
“getuigenis” partijen als SGP en ChristenUnie. De vraag is of de nieuwe
partijen voldoende de noodzaak beseffen van wat een dialoog betekent. Zou de
komst van de dialoogpartij als aanhangsel van Gouda Positief hierbij zorgen
voor consensus?
Het zij zo.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Gerard.
Ben van Bommel
Ik schaar me bij je hoop ook al overheerst twijfel
BeantwoordenVerwijderenHans Suijs
Wijze woorden en vragen.
BeantwoordenVerwijderen